implanteerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: implanteerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- im·plan·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
implanteren |
implanteerden
- meervoud verleden tijd van implanteren
- Wij implanteerden.
- Jullie implanteerden.
- Zij implanteerden.
- Wij implanteerden.
Gangbaarheid
- Het woord implanteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.