implodeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: implodeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- im·plo·deer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
imploderen |
implodeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van imploderen
- Ik implodeer.
- gebiedende wijs van imploderen
- Implodeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van imploderen
- Implodeer je?
Gangbaarheid
- Het woord implodeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.