inbreiden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inbreiden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·brei·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inbreiden
breidde in
ingebreid
zwak -d volledig

Werkwoord

inbreiden

  1. overgankelijk vergroten door eerder leeggelaten ruimten te benutten, niet door nieuwbouw aan de buitenkant

Werkwoord

vervoeging van
inbreien

inbreiden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inbreien
    • ...dat wij inbreiden. 
    • ...dat jullie inbreiden. 
    • ...dat zij inbreiden. 

Gangbaarheid

  • Het woord inbreiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.