incubatortje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  incubatortje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·cu·ba·tor·tje

Zelfstandig naamwoord

hetincubatortjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord incubator
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.