ingrepen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ingrepen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·gre·pen

Zelfstandig naamwoord

deingrepenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ingreep

Werkwoord

vervoeging van
ingrijpen

ingrepen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van ingrijpen
    • ...dat wij ingrepen. 
    • ...dat jullie ingrepen. 
    • ...dat zij ingrepen. 

Gangbaarheid

  • Het woord ingrepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.