inkapselde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inkapselde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·kap·sel·de

Werkwoord

vervoeging van
inkapselen

inkapselde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inkapselen
    • ... dat ik inkapselde. 
    • ... dat jij inkapselde. 
    • ... dat hij, zij, het inkapselde. 

Gangbaarheid

  • Het woord inkapselde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.