inkochelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inkochelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ko·che·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inkochelen
kochelde in
ingekocheld
zwak -d volledig

Werkwoord

inkochelen

  1. overgankelijk de huid, gewoonlijk van het gezicht, inwrijven met sneeuw
    • De kinderen maakten sneeuwpoppen, gooiden sneeuwballen en kochelden elkaar in. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'inkochelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.