inkortte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inkortte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·kort·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inkorten |
inkortte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inkorten
- ... dat ik inkortte.
- ... dat jij inkortte.
- ... dat hij, zij, het inkortte.
- ... dat ik inkortte.
Gangbaarheid
- Het woord inkortte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.