inpolder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inpolder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·pol·der

Werkwoord

vervoeging van
inpolderen

inpolder

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inpolderen
    • ... dat ik inpolder. 

Gangbaarheid

  • Het woord inpolder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.