inpoldert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inpoldert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·pol·dert

Werkwoord

vervoeging van
inpolderen

inpoldert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inpolderen
    • ... dat jij inpoldert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inpolderen
    • ... dat hij inpoldert. 

Gangbaarheid

  • Het woord inpoldert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.