inreeg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inreeg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·reeg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inrijgen |
inreeg
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inrijgen
- ... dat ik inreeg.
- ... dat jij inreeg.
- ... dat hij, zij, het inreeg.
- ... dat ik inreeg.
Gangbaarheid
- Het woord inreeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.