institueert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  institueert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·sti·tu·eert

Werkwoord

vervoeging van
institueren

institueert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institueren
    • Jij institueert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institueren
    • Hij institueert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van institueren
    • Institueert! 

Gangbaarheid

  • Het woord institueert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.