interlokaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  interlokaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·lo·kaal
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen interlokaalinterlokalerinterlokaalst
verbogen interlokaleinterlokalereinterlokaalste
partitief interlokaalsinterlokalers-

Bijvoeglijk naamwoord

interlokaal

  1. tussen gemeenten onderling, tussen bepaalde gebieden
    • Chavannes' visie op de talentoekomst is blijkbaar dat iedereen in Europa, de Nederlanders voorop, “perfect tweetalig” zou moeten worden: allemaal Engels, en ieder zijn streektaal. Ik geloof daar om een aantal redenen niet zo in. Het Engels zal zeker belangrijker worden in het interlokale Europese verkeer, maar echt tweetalig zie ik het overgrote deel van het continent niet worden. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord interlokaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.