intermediair
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: intermediair (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·ter·me·di·air
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
intermediair
- o de bemiddeling
- m/v een bemiddelaar, tussenpersoon
- hetgeen dat in het midden ligt
stellend | |
---|---|
onverbogen | intermediair |
verbogen | intermediaire |
Bijvoeglijk naamwoord
intermediair
- bemiddelend.
- in het midden liggend
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord intermediair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "intermediair" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "intermediair" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ intermediair op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.