interpelleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: interpelleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·ter·pel·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
interpelleren |
interpelleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpelleren
- Ik interpelleer.
- gebiedende wijs van interpelleren
- Interpelleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpelleren
- Interpelleer je?
Gangbaarheid
- Het woord interpelleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.