interpersoonlijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  interpersoonlijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·per·soon·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen interpersoonlijkinterpersoonlijkerinterpersoonlijkst
verbogen interpersoonlijkeinterpersoonlijkereinterpersoonlijkste
partitief interpersoonlijksinterpersoonlijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

interpersoonlijk

  1. van iets dat het te maken heeft met de relatie tussen twee of meer personen
     Tesi: ‘De reconstructie leert ons iets over interpersoonlijk geweld onder de bevolking uit die tijd, over de destijds beschikbare technologieën en wapens. En over de gevechtsmethoden en gebeurtenissen die wij verder alleen kennen uit historische bronnen.’[1]
     De politiechef van Albuquerque meldt dat de auto van de verdachte, de 51-jarige Muhammad Syed, was gelokaliseerd en dat daarop de bestuurder is aangehouden. ‘Hij is onze hoofdverdachte voor de moorden’, stelt Harold Medina. Het is vastgesteld Syed alle slachtoffers kende. Het vermoeden bestaat dat een ‘interpersoonlijk conflict’ tot de dodelijke schietpartijen leidde.[2]


Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord interpersoonlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Dorine Schenk
    “Gewelddadige moord 700 jaar na dato opgehelderd” (15 januari 2023), NewScientist
  2. Weblink bron “Verdachte aangehouden na reeks moorden op moslims in Amerikaanse stad Albuquerque” (10-08-2022), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.