interpoleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  interpoleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·po·leert

Werkwoord

vervoeging van
interpoleren

interpoleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpoleren
    • Jij interpoleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpoleren
    • Hij interpoleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van interpoleren
    • Interpoleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord interpoleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.