interpoleren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  interpoleren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·po·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
interpoleren
interpoleerde
geïnterpoleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

interpoleren overgankelijk [2]

  1. (wiskunde) uit bekende termen van een reeks (een benadering van) daartussen gelegen termen berekenen
  2. inlassen, tussenvoegen
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord interpoleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.