intimideer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  intimideer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ti·mi·deer

Werkwoord

vervoeging van
intimideren

intimideer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intimideren
    • Ik intimideer. 
  2. gebiedende wijs van intimideren
    • Intimideer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intimideren
    • Intimideer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord intimideer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.