inwillig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inwillig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·wil·lig

Werkwoord

vervoeging van
inwilligen

inwillig

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwilligen
    • ... dat ik inwillig. 

Gangbaarheid

  • Het woord inwillig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.