inwilligen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inwilligen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪɱwɪləɣə(n)/
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
inwilligeningewilligd
inwilliginginwilligend
Woordafbreking
  • in·wil·li·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inwilligen
willigde in
ingewilligd
zwak -d volledig

Werkwoord

inwilligen

  1. ditransitief aan een verzoek voldoen
    • Zij hebben uiteindelijk toch van de gemeente hun verzoek ingewilligd gekregen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inwilligen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.