inwoonde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inwoonde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·woon·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inwonen |
inwoonde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inwonen
- ... dat ik inwoonde.
- ... dat jij inwoonde.
- ... dat hij, zij, het inwoonde.
- ... dat ik inwoonde.
Gangbaarheid
- Het woord inwoonde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.