isolerend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  isolerend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • iso·le·rend

Werkwoord

vervoeging van: isoleren
verbogen vorm: isolerende

isolerend

  1. onvoltooid deelwoord van isoleren
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen isolerendisolerenderisolerendst
verbogen isolerendeisolerendereisolerendste
partitief isolerendsisolerenders-

Bijvoeglijk naamwoord

isolerend

  1. uitwisseling met de omgeving voorkomend; geleiding voorkomend
    • De ijsbaan in Albergen is dinsdagavond ook al sneeuwvrij gemaakt, maar ondertussen viel er opnieuw een laagje sneeuw op het ijs. Dat belemmert de aangroei van ijs. De sneeuw zorgt namelijk voor een isolerende laag. [1] 
    • Het CBS gaat in zijn berekening uit van een gelijkblijvend verbruik van 3.034 kilowattuur stroom en 1.466 kuub gas. Een strengere of zachtere winter is niet meegenomen, net als de aanschaf van energiezuinige apparaten of het nemen van isolerende maatregelen. [2] 
    • Bij de uitvoering wordt flink geïnvesteerd in duurzaamheid. Het nieuwe sportcomplex heeft straks met nieuwe, duurzame installaties, zonnecollectoren, warmtepompen en een isolerende 'schil' de hoogste duurzaamheidsscore. De vernieuwbouw van het sportcomplex is al een heel eind op streek en komt voor rekening van het consortium Noabers. [3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord isolerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.