jakte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jakte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jak·te

Werkwoord

vervoeging van
jakken

jakte

  1. enkelvoud verleden tijd van jakken
    • Ik jakte. 
    • Jij jakte. 
    • Hij, zij, het jakte. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.