jemig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jemig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • je·mig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van verbazing’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1]
  • Een verbastering van Jezus.

Tussenwerpsel

jemig

  1. een uitdrukking van milde ontstelling en verbazing
    • Jemig, zeg, dat meen je toch niet? 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord jemig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.