joden

Niet te verwarren met: Joden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  joden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈjodə(n)/
Woordafbreking
  • jo·den

Zelfstandig naamwoord

dejodenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord jood
     Wat misschien een beetje vreemd overkwam, omdat er door iedereen zo naar uit was gekeken, zowel door de antisemieten als door de joden zelf.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord joden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
  • Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
joder

joden

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van joder
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.