jollen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jollen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jol·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
jollen
jolde
gejold
zwak -d volledig

jollen

  1. inergatief, (verouderd) een kreunend geluid maken
    • De koeijen jolden en loeiden naar hare benomen kalveren (1811) [1]. 

Zelfstandig naamwoord

dejollenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord jol

Gangbaarheid

  • Het woord jollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
50 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Nederduitsch taalkundig woordenboek. P. Weiland 1807-1811
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.