jongleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jongleert    (hulp, bestand)
  • IPA: /jɔŋˈlert/, of:  /jɔŋˈɣlert/  bij meer oorspronkelijke uitspraak
Woordafbreking
  • jong·leert

Werkwoord

vervoeging van
jongleren

jongleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jongleren
    • Jij jongleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jongleren
    • Hij jongleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van jongleren
    • Jongleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord jongleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.