jonnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jonnen    (hulp, bestand)
  • IPA: ˈjɔnə(n)
Woordafbreking
  • jon·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
jonnen
jonde
gejond
zwak -d volledig

Werkwoord

jonnen

  1. overgankelijk verlenen, gunnen, toestaan
    • Hem werd een aflaat gejond. 

Gangbaarheid

  • Het woord jonnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
10 %van de Nederlanders;
16 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.