jouwde uit

Uitspraak

• Geluid:  jouwde uit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• jouw·de uit

Woordherkomst en -opbouw

• uit jouwde (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

jouwde uit

1. enkelvoud verleden tijd van uitjouwen
   

   • Ik jouwde uit. 
     
   • Jij jouwde uit. 
     
   • Hij, zij, het jouwde uit. 

Gangbaarheid

• Het woord jouwde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.