jubelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jubelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ju·bel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
jubelen |
jubelde
- enkelvoud verleden tijd van jubelen
- Ik jubelde.
- Jij jubelde.
- Hij, zij, het jubelde.
- Ik jubelde.
Gangbaarheid
- Het woord jubelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.