jubelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jubelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • juĀ·belt

Werkwoord

vervoeging van
jubelen

jubelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jubelen
    • Jij jubelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jubelen
    • Hij jubelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van jubelen
    • Jubelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord jubelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.