juniweekje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  juniweekje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ju·ni·week·je

Zelfstandig naamwoord

hetjuniweekjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord juniweek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.