juniweek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: juniweek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ju·ni·week
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van juni zn en week zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | juniweek | juniweken |
verkleinwoord | juniweekje | juniweekjes |
Zelfstandig naamwoord
de juniweek v / m
- (tijdrekening) week in de maand juni
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord juniweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.