jureerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jureerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ju·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
jureren |
jureerde
- enkelvoud verleden tijd van jureren
- Ik jureerde.
- Jij jureerde.
- Hij, zij, het jureerde.
- Ik jureerde.
Gangbaarheid
- Het woord jureerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.