justificeerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: justificeerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- jus·ti·fi·ceer·den
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| justificeren |
justificeerden
- meervoud verleden tijd van justificeren
- Wij justificeerden.
- Jullie justificeerden.
- Zij justificeerden.
- Wij justificeerden.
Gangbaarheid
- Het woord justificeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.