juten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  juten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ju·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van jute met het achtervoegsel -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen juten

Bijvoeglijk naamwoord

juten

  1. van jute vervaardigd
    • Hij deed de aardappelen in een juten zak. 

Zelfstandig naamwoord

dejutenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord juut

Gangbaarheid

  • Het woord juten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.