kaarsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kaarsen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkarsə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kaar·sen
Woordherkomst en -opbouw
  •  kaars zn  met de uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

dekaarsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kaars

Gangbaarheid

  • Het woord kaarsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.