kadraaiers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kadraaiers    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkadrajərs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ka·draai·ers
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dekadraaiersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kadraaier
    • Het was niet vol in de gelagkamer, een paar kadraaiers maar, die slaperig over de tapkast hingen en niet bewogen, alleen maar gebaren maakten met slappe handen, zonder de ellebogen van tafel te doen. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'kadraaiers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.