kalenderspreukje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kalenderspreukje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ka·len·der·spreuk·je
Zelfstandig naamwoord
het kalenderspreukje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kalenderspreuk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.