kalenderspreukjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kalenderspreukjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ka·len·der·spreuk·jes

Zelfstandig naamwoord

dekalenderspreukjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kalenderspreuk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.