kanisjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kanisjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ka·nis·jes

Zelfstandig naamwoord

dekanisjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kanis
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.