kantklost

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kantklost    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑntklɔst/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kant·klost
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
kantklossen

kantklost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kantklossen
    • Jij kantklost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kantklossen
    • Hij kantklost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kantklossen
    • Kantklost! 
    • Wie kantklost vermeit zich niet in zondige ledigheid, want alleen al het vervaardigen van een centimetergroot bloemetje kost weken en is een heidens karwei. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'kantklost' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.