karen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  karen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkaːrən/
Woordafbreking
  • ka·ren

Zelfstandig naamwoord

dekarenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kaar

Gangbaarheid

  • Het woord karen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.