kegelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kegelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈke.xə.lə(n)/
Woordafbreking
  • ke·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘met een bal kegels omgooien’ voor het eerst aangetroffen in 1425 [1]
  • Afgeleid van kegel met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kegelen
kegelde
gekegeld
zwak -d volledig

Werkwoord

kegelen

  1. inergatief (spel) het kegelspel spelen
  2. overgankelijk ~ uit uitwerpen, elimineren
    • Zo waren ze uit de competitie gekegeld. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kegelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.