kenen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kenen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ke·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kenen
keende
gekeend
zwak -d volledig

Werkwoord

kenen

  1. ontkiemen
    • Hij liet de zaadjes eerst kenen voor hij ze in de grond plantte. 

Gangbaarheid

  • Het woord kenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
11 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.