kerstboomfeestje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kerstboomfeestje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɛrs(t)bomˌfes(t)jə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kerst·boom·feest·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetkerstboomfeestjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kerstboomfeest
      Van avond hebben wij een Kerstboomfeestje bij de van Lennep’s.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'kerstboomfeestje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    G.
    Mijn Vader als Vader. : 31. (23 december 1903) in: Pniël, jrg. 47 nr. 2444 (29 oktober 1938), p. 352 kol. 1
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.