ketteren

Nederlands

Uitspraak

Geluid: ketteren (hulp, bestand)

Woordafbreking

ket·te·ren

Woordherkomst en -opbouw

afleiding van ketter ^[1]

Werkwoord

ketteren ^[2]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
ketteren	ketterde	geketterd
zwak -d	volledig

het aanhangen, verkondigen of voorstaan van een afwijkende mening of godsdienst
op een luidruchtige manier uiting geven aan een afwijkende mening

Synoniemen

[1] verketteren
[2] kafferen, briesen,, uitvaren, krijsen, fulmineren, vloeken, schelden, tieren

Vertalingen

1. aanhangen van een afwijkende mening of godsdienst

Engels: blaspheme ^(en)

2. vloeken, schelden en tieren

Engels: swear ^(en), curse ^(en), storm ^(en), rage ^(en),

Gangbaarheid

Het woord ketteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ketteren" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
84 %	van de Vlamingen.^[3]

Verwijzingen

↑ ketteren op website: Etymologiebank.nl
↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.