kieskauw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kieskauw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kies·kauw

Werkwoord

vervoeging van
kieskauwen

kieskauw

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kieskauwen
    • Ik kieskauw. 
  2. gebiedende wijs van kieskauwen
    • Kieskauw! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kieskauwen
    • Kieskauw je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kieskauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
58 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.