kietelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kietelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kie·telt

Werkwoord

vervoeging van
kietelen

kietelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kietelen
    • Jij kietelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kietelen
    • Hij kietelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kietelen
    • Kietelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord kietelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.